Soms zou ik willen dat ik een bad had in plaats van een douche, dan had ik er nu in gelegen en gehoopt dat de spierpijn die ik nu al heb (en die morgen erger is, en maandag op zijn hoogtepunt) wat af zou nemen. Ik zou ook willen dat ik een pantersjaal had.
Ik moet zeggen dat het wel erg goed geregeld was deze konijnen instruktie dag. Een groot ontbijt stond klaar vanochtend toen ik aankwam bij de roeiklub. Het weer kon niet beter, zon en weinig wind. Ik keek rond of ik haar zag, en was teleurgesteld. Ik zag haar niet. Ik dacht eerst wel dat ik haar zag, maar dat bleek een jongere uitgave van de pantersjaal te zijn, er wonen meer sjalen in de wijk. Deze jonge sjaal had in ieder geval ook echt haar best gedaan om passende roeikleding te vinden in haar ongetwijfeld uitpuilende garderobe. Ze liep in een merk flanellen broek, en had een dure bloes aan, zo?n hele lange, die over haar broek heen hing. Daarover een mooie trui en een gebreide (!) zonnenklep, die quasi nonchalant scheef op haar hoofd gezet was. Ik verwachtte dat ze zich nog om ging kleden, dat deed ze niet, ze ging zo de boot in. Niet mijn boot, maar toen we bij de lunch weer verzamelden zat er flink wat zwart vet van de rolzitjes op haar blouse. Ja gek he, hoe dat er toch opgekomen is. Het verbaast me dat ze niet vast is komen te zitten met die blouse in de boot.
Ik roeide met een ander konijn en een stuurman in een 3?er de eerste 5 kilometer. Dat ging redelijk goed. We keerden terug voor de lunch.
Tijdens de lunch keek ik nog eens rond. H?, is dat niet … de bril, het sjaaltje – ze was het ! Ze lunchte mee, en keek eens om zich heen. Waarschijnlijk om te kijken wat voor soort volk we waren. Na het eten werden de groepen opnieuw ingedeeld, ze pakte haar tas en zei ons gedag. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat ze even was komen lunchen, zonder een meter te roeien (want daar krijg je zwarte handen van, en je nagels schijnen er ook van af te breken), en daarna gewoon weer naar huis ging. Ze heeft dus niet geroeid, maar iets zegt me dat ze terug komt. Al was het alleen maar om te lunchen, en het dan in haar vrindenkring kunnen zeggen dat ze lid is van de roeiklub. Wat je al niet kunt doen als je een pantersjaal hebt. Geen spierpijn, niet roeien, niet na afloop de boten wassen (zand en zout eraf), vieze vingers van het vet, en vlekken op je kleding. Nee gewoon komen schransen, en daarna met je neus in de wind weer naar huis.